Met de hongerwinter nog vers in het geheugen, verdween na 1950 veel kleinschalige landbouw uit Nederland. Voor hogere voedselproductie werd meer gebruik gemaakt van bestrijdingsmiddelen en kunstmest, boerenbedrijven specialiseerden zich, werden groter en maakten intensiever gebruik van de beschikbare grond.

Zo zijn de kringlopen van de natuur onder druk komen te staan. Nu zoeken we naar manieren om de natuur weer ‘in te schakelen’ in de voedselproductie.

Verschillende vormen in de landbouw

De meeste Nederlandse boeren werken op een gangbaar boerenbedrijf. Het is een verzamelnaam voor alle landbouwbedrijven die niet gecertificeerd zijn als ‘biologisch’, kringloop of een ander keurmerk. Tussen de gangbare bedrijven bestaan grote onderlinge verschillen, bijvoorbeeld op het gebied van productie, dierenwelzijn of de ruimte voor bloemen en akkervogels

Bij kringlooplandbouw wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de op het bedrijf aanwezige en geproduceerde hulpbronnen en voorraden. Het sluiten van de kringloop is het uitgangspunt, waarbij veevoer bijvoorbeeld zoveel mogelijk op eigen grond wordt verbouwd en mest volledig verwerkt kan worden op het bedrijf. Zo worden het klimaat, het milieu en de natuur minder belast.

In de biologische landbouw werken boeren zoveel mogelijk met de natuur samen, met aandacht voor de ecosystemen boven en onder de grond. Bio-boeren gebruiken geen bestrijdingsmiddelen en kunstmest en beperken antibiotica bij de dieren zo veel mogelijk. Bij biologische veehouderij zijn er minder dieren per hectare, waardoor er minder mest in de bodem komt. Dat zorgt voor meer bloemen, kruiden en insecten.

Bio-dynamische landbouw is een vorm van biologische landbouw met extra strenge eisen op het gebied van dierenwelzijn, gesloten kringlopen en ecologie. De basis van deze vorm van landbouw is de bodem en holistisch samenwerken met de natuur.

Anno 2022 is er steeds meer aandacht voor innovatieve productiemethoden. Polyculturen (meerdere gewassen op een perceel) en agroforestry (waarbij bomen en struiken een plek vinden in de polders) dragen bij aan een gezonde landbouw en meer biodiversiteit. GPS en drones maken methoden zoals natuurinclusieve strokenteelt (meerdere gewassen staan in verschillende breedtes en combinaties in stroken naast elkaar) en pixelfarming (in blokjes van 1,5 vierkante meter verschillende gewassen telen) mogelijk.