In 2024 zijn we begonnen met ons project Biodivers Akker Mozaiek (BAM), een rustakker waar boer én natuur van profiteren. In samenwerking met drie akkerbouwers op de Zuid-Hollandse eilanden doen we kennis en ervaring op naar de effecten van de BAM-akkers op ecologie en landbouw. De ecologische resultaten van het eerste jaar zijn uitermate positief en het project kreeg de afgelopen maanden ook veel aandacht in de pers. Het project is inmiddels het tweede seizoen ingegaan. Waar 2024 een extreem nat seizoen was, is 2025 tot op heden een extreem droog jaar met weer hele andere uitdagingen. Toch staan de meeste percelen er mooi bij! Eind mei werden door Ben Koks zelfs een aantal zwarte wouwen boven de BAM-akkers waargenomen. Bepaald geen gebruikelijke soort op de Zuid Hollandse eilanden!
Wat is een BAM-akker?
De BAM-akker is een rustakker, die boeren kunnen toepassen in de rotatie van hun gewassen. Na bijvoorbeeld aardappelen, bieten of uien krijgt de akker rust in de vorm van de meerjarige BAM-akker, waarna deze akker weer gebruikt kan worden voor een gewas naar keuze. De maatregel is ontwikkeld vanuit Rotterdam de boer op! door landbouwkundig expert Sander Bernaerts en akkervogeldeskundige Ben Koks. Ben Koks: ‘De BAM-akker is gebaseerd op de al bestaande vogelakker, maar biedt door de variatie aan gewassen nog meer voedsel en schuilplaats voor insecten en vogels, én een stukje productiegewas voor de boer’.
Insecten en vogels
In 2024 hebben Anthonie Stip van de Vlinderstichting en Ben Koks van Harrier Conservation International de uitgebreide ecologische monitoring uitgevoerd op de Zuid-Hollandse BAM-akkers. De resultaten bleken hoopgevend. Ondanks dat 2024 in het algemeen een slecht jaar was voor bloembezoekende insecten, werden op de 3 onderzochte percelen in totaal 684 bloembezoekende insecten aangetroffen van in totaal 34 verschillende soorten. Het betreft voornamelijk algemene zweefvlieg-, bij- en dagvlindersoorten. De top-3 van bestuivende insecten op alle drie de BAM-akkers bij elkaar bestaat uit blinde bij (181 exemplaren), kleine bijvlieg (91) en grote langlijf (83).
Het gemiddeld aantal bloembezoekende insecten per transecttelling van 500m2 varieerde tussen de akkers van 3 tot 52 exemplaren. De tellingen worden gedaan in zogeheten transecten, vaste looproutes over de akkers. Aanvullend zijn er nog 69 insecten van andere insectengroepen aangetroffen, zoals libellen en sprinkhanen. Het gaat om 7 verschillende soorten, waarvan het zevenstippelig lieveheersbeestje (een bladluiseter) de talrijkste was. Insectenonderzoeker Anthonie Stip van De Vlinderstichting is enthousiast: ‘De kruidenstroken trekken ongekend veel dagvlinders, hommels en bijen aan. Een hoogtepunt was de waarneming van de zeldzame donkere klaverzandbij. Deze werd buiten de looproutes op de BAM-akker bij Nieuwendijk aangetroffen.

Gele kwikstaart
Dit is een zeldzame bijensoort die voor stuifmeel volledig afhankelijk is van klaversoorten.’
Door de late inzaai van de BAM-akkers, als gevolg van de natte weersomstandigheden, konden we geen duidelijk effect op broedvogels meten. De akkers waren niet tijdig functioneel voor de meeste broedvogels. De gele kwikstaart – de talrijkste akkervogel in Nederland – kwam op alle akkers voor. Alleen op de BAM-akker in Nieuwendijk vestigde zich een paartje veldleeuwerik. De steekproef van 3 percelen is nu nog te klein, maar als we de ervaringen op BAM-akkers in Gelderland en Groningen erbij betrekken dan springen de dichtheden van veldleeuwerik en kwartel in het oog en is het voor goed om mee te geven dat doortrekkende steltlopers, paapjes, tapuiten, lijsterachtigen de voedselrijke akkers weten te vinden. Er is dus een directe relatie met voedselaanbod en daarom is het ook zo boeiend om de insectenmonitoring van de Anthonie er naast te kunnen leggen.
Winterperiode
Nog belangrijker dan voor broedende vogels is de functie van de BAM-akkers voor vogels ná de broedperiode. Met name de tweede helft van de winterperiode is namelijk kritisch voor akkervogels zoals patrijs, veldleeuwerik en gorzen in Nederland omdat er dan maar beperkt voedsel is te vinden voor de vogels.
Veelbelovend was dan ook dat op de BAM-akkers met een goed stoppelaandeel flinke aantallen doortrekkende en overwinterende veldleeuweriken te vinden waren en dat snippen (voornamelijk watersnip, maar ook bokje en houtsnip) zich in deze stoppels ophielden. Muizeneters als de grote zilverreiger en blauwe kiekendief werden gezien in de meerjarige kruidenstroken.
Blauwe kiekendief
(gegevens uit rapport VS2025.005 De Vlinderstichting)
BAM na 2025
Met dit project willen wij laten zien dat in de hedendaagse primaire akkerbouw haalbare mogelijkheden zijn voor het versterken van akkernatuur die ook passen in de boerenpraktijk en daaraan ondersteunend zijn. Binnen het project ontvangen de deelnemers nu nog een deelnamevergoeding van Rotterdam de Boer op!, omdat vanuit het ANL-b (vergoeding agrarisch natuurbeheer) BAM nog geen officieel beheerpakket is. Inmiddels loopt daar nu wel een procedure voor. De kans is dan ook groot dat in de toekomst het BAM concept landelijk breder kan worden uitgerold.
Het BAM-project is mede mogelijk gemaakt door de Provincie Zuid Holland en Het Cultuurfonds (Jacob van Zijverdenfonds, A. en M. Verhoevenfonds en het Par Terra fonds).